Afbakening van integrale gebiedsverkenningen

Voor een integrale gebiedsverkenning is een goede afbakening cruciaal. Het betreft de vraag welke ruimtelijke opgaven in zo’n verkenning worden meegenomen. Een te ruime afbakening – te veel ruimtelijke opgaven – maakt de uitvoering complex en leidt tot vertraging. Een te krappe afbakening kan ten koste gaan van het resultaat. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft een methode uitgewerkt om in stappen tot een afbakening van zo’n brede gebiedsverkenning te komen. De nadruk ligt op het bepalen van de samenhang tussen de verschillende ruimtelijke ontwikkelingen.

Besluiten over ruimtelijke ontwikkelingen en de aanleg van infrastructuur worden steeds vaker in samenhang genomen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de combinatie van woningbouwplannen, natuurontwikkeling en de aanleg van wegen. Het doel is om tot betere oplossingen voor een gebied te komen; oplossingen die bij elkaar passen, elkaar versterken en een groter bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak hebben. Op dit moment worden in kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) de eerste ervaringen opgedaan met integrale gebiedsaanpak. Het blijkt in de praktijk lastig te zijn tot een goede afbakening van de gebiedsverkenningen te komen. De door het KiM ontwikkelde methode kan het politiek-bestuurlijke besluit over de afbakening bij de start van een verkenning ondersteunen.