Second opinion op de beleidsdoorlichting van het begrotingsartikel 36

De beleidsdoorlichting van de begrotingsartikelen over leefomgeving en mobiliteit voldoet aan de gestelde eisen, maar had op onderdelen uitgebreider gekund. Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM) in zijn 'second opinion' over de beleidsdoorlichting door het adviesbureau Twijnstra Gudde. Een beleidsdoorlichting bestaat uit het beantwoorden van tien vragen over de reconstructie van de beleidstheorie en de effectiviteit en efficiëntie van het gevoerde beleid.

De begrotingsartikelen die Twijnstra Gudde heeft doorgelicht, vallen onder artikel 36 van de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Dat artikel luidt: Bewaken, waarborgen en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit. De beleidsdoorlichting ging in het bijzonder over de artikelen 36.01, leefomgeving hoofdwegen en 36.02, leefomgeving spoorwegen.

Twijnstra Gudde concludeert dat eenduidigheid in de beleidsinstrumenten ontbreekt en beveelt aan een beleidsstrategie op te stellen. Deze conclusie en aanbeveling had het bureau volgens het KiM beter kunnen onderbouwen door een betere presentatie van het geldende beleidskader (onder andere Nota Mobiliteit, werkprogramma Schoon en Zuinig, Beleidsnota verkeersemissies en Meerjarenprogramma Ontsnippering). Verder is het KiM van mening dat de resultaten van innovatieprojecten in de beleidsdoorlichting te weinig expliciete aandacht krijgen. Ten slotte mist het KiM in de beleidsdoorlichting het oordeel van sectorpartijen, die in het kader van deelonderzoeken wel zijn geraadpleegd.