Verschilanalyse indirecte economische effecten HSL-Zuid

De verschillen in indirecte economische effecten tussen het eerder afgesproken aanbod voor de treindiensten op de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-Zuid) en een recent door NS ontwikkeld nieuw voorstel zijn beperkt. Het nieuwe voorstel leidt voor het binnenlandse reizigersverkeer tot lagere passagiersprognoses, waardoor ook in beperkte mate minder indirecte economische effecten te verwachten zijn.

Dit verschil in indirecte effecten zal met name arbeidsmarkteffecten betreffen binnen de corridor Amsterdam – Rotterdam. Voor het internationale verkeer verschillen de pakketten sterk, maar omdat er weinig verschil in reizigersaantallen is, zijn de verschillen in indirecte effecten ook beperkt. De indirecte effecten verschillen per regio. Nationaal is het verschil in effect kleiner dan in de regio’s, doordat voordelen voor de ene plaats in Nederland in belangrijke mate ten koste gaan van andere plaatsen in Nederland.

Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de publicatie ‘Verschilanalyse indirecte economische effecten HSL-Zuid’. Naar aanleiding van het besluit niet meer met V250 materieel te rijden, stelt de NS samen met andere vervoerders een nieuw pakket treindiensten voor de HSL-Zuid voor. Dit pakket is vergeleken met het pakket treindiensten dat in 2012 werd afgesproken in het zogeheten onderhandelakkoord (OHA) tussen NS en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De KiM-analyse is een bouwsteen voor een bredere set analyses en toetsen, uitgevoerd door diverse partijen, om tot een complete afweging over het nieuwe voorstel van NS te komen. Aan de gevonden verschillen in indirecte effecten kunnen géén eindconclusies verbonden worden in een breder maatschappelijk kosten en baten perspectief, omdat de invloed van directe effecten daarin veel groter is.