Meer tijd- en plaatsonafhankelijk werken: kansen en barrieres

Tijd- en plaatsonafhankelijk werken (zoals thuis of op afstand werken of met de werktijden schuiven) kan bevorderen dat werknemers bij hun woon-werkverplaatsing de file mijden. Inzicht in de redenen waarom werknemers tijd- en/of plaatsonafhankelijk werken, en welke barrières er bestaan om dit frequenter of meer te doen, kan aanknopingspunten bieden voor beleid gericht op het stimuleren van filemijdend gedrag. 

Het aandeel thuis- of telewerkers is tussen 2008 en 2012 toegenomen van 27 tot 32%. Een combinatie van autonome ontwikkelingen, inspanningen door overheden en bedrijfsleven en ontwikkelingen binnen organisaties lag aan deze toename ten grondslag. 68% van de werknemers werkt daarentegen tijdens normale werkuren nooit thuis of op afstand, en het aantal uren per week dat werknemers thuiswerken is al jaren redelijk stabiel. Een beperkt onderling vertrouwen, een werkcultuur die werken op afstand niet of minimaal toestaat, de beperkte toepasbaarheid van bestaande regelingen en de bekendheid hiermee, het vertoonde gewoontegedrag en de beperkte flexibiliteit aan de randen van de dag zijn de belangrijkste redenen waarom niet vaker wordt gekozen voor een werkvorm die het mogelijk maakt de file te mijden.

Verder lijkt er een natuurlijke grens te zitten aan de hoeveelheid tijd per week waarop mensen kunnen en willen thuiswerken; deze grens ligt tussen de 1 en 2 dagen per week. Voor een realistische inschatting van de netto-effecten op mobiliteit op de langere termijn is het derhalve noodzakelijk om rekening te houden met deze natuurlijke grenzen en barrières voor tijd- en plaatsonafhankelijk werken, zelfs in deze tijden van groeiende flexibilisering, inspanningen door de overheid en het bedrijfsleven en snelle technologische ontwikkelingen. Een verdere toename van tijd- en plaatsonafhankelijk werken is mogelijk mits de barrières in samenhang worden verminderd of weggenomen.

Dit blijkt uit de publicatie 'Meer tijd- en plaatsonafhankelijk werken: kansen en barrières' van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). In het onderzoek richtte het KiM zich in opdracht van de programmadirectie Beter Benutten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu op de vraag of het in potentie mogelijk is de verschillende varianten van tijd- en plaatsonafhankelijk werken zoals thuis- en telewerken te stimuleren, en welke barrières hiervoor eventueel dienen te worden weggenomen.