Spreiding autogebruik over de dag en verdeling naar bedrijfssector en onderwijs

Vóór de coronacrisis traden er op werkdagen duidelijke pieken in het autogebruik op in de ochtend- en avondspits op. In de ochtend lag de piek tussen 7.45u en 8.30u. De avondspits was iets breder en drukker, de piek lag tussen 16.45u en 18.00u. Om 7.45u was ruim 80% van de autobestuurders onderweg voor werk. Op dat moment waren 5 van de in totaal 21 economische SBI-hoofdsectoren beeldbepalend voor het aantal auto's op de weg. Dit blijkt uit de publicatie 'Autogebruik over de dag - naar sector en onderwijs'.

Analyse op basis van het nationaal verplaatsingsonderzoek

In dit onderzoek hebben we op basis van data van het nationaal verplaatsingsonderzoek (OViN en ODiN) onderzocht hoe het autogebruik (vóór de coronacrisis) afhangt van de verschillende motieven van reizigers (autobestuurders en autopassagiers). Hierbij maken we specifiek onderscheid tussen werkenden uit verschillende bedrijfssectoren en scholieren uit diverse onderwijssoorten.

Autogebruik voor onderwijs met name autopassagiers

Autogebruik voor het volgen van onderwijs betreft voornamelijk auto als passagier. Er is een duidelijke piek in autopassagiers die voor het volgen van onderwijs onderweg zijn in de ochtend (8.15u). Dan is 77% van de autopassagiers die voor het volgen van onderwijs onderweg zijn, scholier uit het basis- of speciaal onderwijs. Autogebruik als bestuurder voor het volgen van onderwijs vindt relatief weinig plaats.