De impact van de coronacrisis op de reistijdwaardering

Kengetallen voor de reistijdwaardering worden gebruikt voor het bepalen van infrastructuurbaten. Het hoofdveldwerk om deze kengetallen van een update te voorzien is in 2020 uitgesteld als gevolg van COVID-19. COVID-19 heeft een grote impact op onze mobiliteit. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft onderzocht of er ook een effect is op de waardering van de reistijd en betrouwbaarheid. De resultaten geven aanleiding om het geplande veldwerk van het hoofdonderzoek verder uit te stellen, bij voorkeur totdat het reisgedrag na COVID-19 redelijk is gestabiliseerd. 

Het belang van reistijd- en betrouwbaarheidswaardering

Bij het opstellen van MKBA's gebruiken onderzoekers de kengetallen voor de reistijdwaardering en betrouwbaarheidswaardering om de maatschappelijke baten van een verbeterde bereikbaarheid te bepalen. Deze baten zijn vaak de belangrijkste batenpost van mobiliteitsmaatregelen. De huidige kengetallen zijn gebaseerd op veldwerk uit 2009 en 2011 en zijn toe aan actualisatie. Het geplande veldwerk van 2020 kon door COVID-19 echter niet doorgaan.

Effect van COVID-19

Door COVID-19 zijn we anders gaan reizen. Dit kan ook gevolgen hebben voor de reistijd- en betrouwbaarheidswaardering, bijvoorbeeld doordat bepaalde reizen vaker of minder vaak worden gemaakt. Het effect van COVID-19 op het reisgedrag – en daarmee op de waarderingskengetallen - op de langere termijn is nog altijd zeer onzeker. Het KiM heeft daarom aan Significance, uitvoerder van de aanbesteding van het geplande veldwerk van het hoofdonderzoek, gevraagd om te onderzoeken of er een effect van COVID-19 op de waarderingskengetallen is. De voornaamste reden voor dit onderzoek is praktisch van aard: het al dan niet bestaan van een tijdelijk effect is van grote invloed op onze beslissing om het hoofdveldwerk voor nieuwe waarderingskengetallen wel of niet op relatief korte termijn alsnog te houden.

Methode

Het onderzoek maakt gebruik van twee metingen: een meting in maart 2020, voordat COVID-19-maatregelen werden ingevoerd en een meting in september en oktober 2020. Deels wordt gebruik gemaakt van dezelfde respondenten, waardoor verschillen van individuele personen kunnen worden gevonden en er dus niet slechts twee groepen met elkaar worden vergeleken. Daarnaast zijn extra respondenten geworven voor de tweede meting, met name om te kijken of verschillen in reistijdwaardering kunnen worden toegeschreven aan veranderingen in reisgedrag zoals het wisselen van vervoersmiddel.

Uitstel van het hoofdveldwerk

Het onderzoek vond een effect van COVID-19 op de reistijdwaardering van het wegverkeer. Ook is er een sterk toegenomen afkeer van drukte in het openbaar vervoer. Deze resultaten geeft het KiM aanleiding tot een verder uitstel van het hoofdveldwerk, naar het voorjaar van 2022. Uiteraard is dit nog afhankelijk van de verdere epidemiologische ontwikkelingen, met name gedurende het najaar 2021 en de winter van 2021/2022. 

Resultaten ongeschikt voor berekening bereikbaarheidsbaten

De resultaten van dit onderzoek zijn niet geschikt om te gebruiken bij berekeningen van de maatschappelijke baten van bereikbaarheid als gevolg van reistijd- en betrouwbaarheidswinst. Het onderzoek bevat daarvoor een te kleine steekproef van respondenten die alleen met een internetpanel zijn geworven. Het is dus expliciet niet de bedoeling om deze resultaten te gebruiken voor bepalingen van bereikbaarheidsbaten.