Economische betekenis zeehavengebieden: vestigingsplaatsfunctie, knooppuntfunctie en handelsstroomfunctie

In de Nederlandse zeehavens maar ook in andere Nederlandse regio's wordt geld verdiend en werkgelegenheid gecreëerd door activiteiten in en transport via de zeehavens. In het onderzoek 'Economische betekenis zeehavengebieden’ hebben het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics (Erasmus UPT) de economische betekenis van de Nederlandse zeehavens in kaart gebracht voor 3 functies.

Het CBS en Erasmus UPT deden onderzoek naar de 3 volgende functies:

  • de vestigingsplaatsfunctie betreft de activiteiten in de zeehavens zelf en bij hun toeleveranciers in Nederland;
  • de knooppuntfunctie betreft de activiteiten van bedrijven bij het transport en de op- en overslag van goederen via de zeehavens en de toeleveranciers van deze bedrijven;
  • de handelsstroomfunctie betreft de activiteiten van bedrijven (productie, dienstverlening, transport en dergelijke ) rondom de goederen die via de zeehavens naar het buitenland gaan en de toeleveranciers van deze bedrijven. 

De economische betekenis van de vestigingsplaatsfunctie en de knooppuntfunctie van de Nederlandse zeehavens wordt jaarlijks gepubliceerd in de Havenmonitor (Havenmonitor Erasmus Universiteit RHV). Nieuw in dit onderzoek van het CBS en Erasmus UPT is het inzicht in de handelsstroomfunctie van zeehavens over de verdiensten van bedrijven elders in Nederland. Een deel van de activiteiten die samenhangen met de handelsstromen zijn ook meegenomen bij de vestigingsplaatsfunctie en de knooppuntfunctie. Het rapport kwantificeert deze dubbeltellingen en corrigeert daarvoor.

Toegevoegde waarde en werkgelegenheid

Voor het eerst is de rol van de zeehavens in het faciliteren van de export van Nederlandse producten, de wederuitvoer en doorvoer van goederen uitgedrukt in toegevoegde waarde en werkgelegenheid. De verdiensten en de werkgelegenheid gemoeid met de productie van goederen die via de Nederlandse zeehavens geëxporteerd werden, bedroegen in 2018 47 miljard euro en 392 duizend banen. Dat is respectievelijk 38% en 37% van de totale verdiensten en werkgelegenheid gerelateerd aan de export van Nederlands product. Het is respectievelijk 6 procent en 5% van het bbp en de totale Nederlandse werkgelegenheid.

Dit onderzoek is aangekondigd in de Havennota 2020-2030 en is bekostigd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), de Brancheorganisatie Zeehavens (BOZ) en het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).