Vliegen naar een duurzaam energiesysteem
De komende decennia wil de luchtvaart overschakelen van het gebruik van fossiele kerosine als energiedrager naar duurzame, niet-fossiele energiedragers. Dat zijn bio- en e-kerosine, elektriciteit en waterstof. De overheid kan helpen om deze energietransitie tot stand te brengen, namelijk met beleid om de verduurzaming van de luchtvaart richting te geven en onzekerheden voor marktpartijen te verkleinen. Tegelijkertijd moet zij ook andere overheidsdoelen in het oog houden, zoals de internationale bereikbaarheid van Nederland. Dat de afweging van doelen en beleidsinstrumenten lastig is, blijkt uit het KiM-onderzoek 'Vliegen naar een duurzaam energiesysteem' waarin de rol van de overheid bij deze energietransitie is verkend.
Download 'Brochure - Vliegen naar een duurzaam energiesysteem'
Download 'Achtergrondrapport - Vliegen naar een duurzaam energiesysteem'
Fysieke veranderingen nodig
De energietransitie in de luchtvaart vergt fysieke veranderingen, zoals een grootschalige productie van bio- en e-kerosine of de ontwikkeling van waterstofvliegtuigen en laad- of tankmogelijkheden op luchthavens. Het is onzeker in welke mate, met welke fasering en op welke locatie (binnen of buiten Nederland) deze fysieke veranderingen gaan plaatsvinden. Daarnaast zijn sociaaleconomische veranderingen nodig, bijvoorbeeld wanneer nieuwe producenten een rol op zich nemen.
Overheidsbeleid ondersteunt de transitie
De overheid kan de energietransitie in de luchtvaart niet zelf tot stand brengen, dat moeten de luchtvaart- en energiesector doen.
De overheid kan de energietransitie wel ondersteunen met beleid. Zij zet hiervoor al veel instrumenten in. Zo stimuleert de Europese ReFuelEU-verordening dat energieleveranciers op luchthavens in 2050 fossiele kerosine bijmengen met 70% duurzame energiedragers, zoals duurzame bio- en e-kerosine of waterstof. Hiervoor is een grootschalige nieuwe productiecapaciteit nodig. Naast de bestaande instrumenten zijn ook nieuwe denkbaar, zoals extra regulering of faciliterende beleidsmaatregelen.
Mogelijke redenen voor beleidsmaatregelen
Wanneer de markt niet optimaal functioneert, kan de overheid ingrijpen. Een voorbeeld van dit zogenoemde 'marktfalen' is dat de externe kosten van CO2-emissies niet geheel zijn verwerkt in de brandstofprijzen.
Daarnaast kan een reden voor beleid zijn om richting te geven aan de energietransitie en hiervoor nieuwe markten te creëren. Richting geven aan de energietransitie betekent dat de overheid een visie heeft op hoe het gebruik van fossiele energie in de luchtvaart wordt afgebouwd en dat van duurzame energiedragers gefaseerd wordt opgebouwd. De overheid kan een nieuwe markt voor deze energiedragers bevorderen door bijvoorbeeld te zorgen voor een goede innovatiecultuur.
Afweging verschillende overheidsdoelen
Naast het verduurzamen van de luchtvaart zijn er ook andere doelen waarbij de overheid een rol heeft, bijvoorbeeld bij de leveringszekerheid van energie en een goede verbondenheid van Nederland met de rest van de wereld. Overheidsdoelen kunnen echter onderling botsen. Het is aan de overheid zelf om een afweging tussen de verschillende doelen te maken, maar zo'n afweging is complex. Het helpt daarbij als de bestaande overheidsdoelen concreet en meetbaar worden uitgewerkt, met streefwaarden of kritieke onder- en of bovengrenzen.