Second opinion bij de studie van de Provincie Groningen 'Vervoer basisnet relevante gevaarlijke stoffen over weg en spoor naar chemiepark Delfzijl en de Eemshaven'

Naar aanleiding van de vorming van een landelijk basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen heeft de provincie Groningen in mei 2008 een studie onder de titel ‘Vervoer basisnet relevante gevaarlijke stoffen over weg en spoor naar chemiepark Delfzijl en de Eemshaven’ opgesteld. Volgens de provincie Groningen houden de toekomstbeelden die gebruikt worden in het ontwerp van de landelijke basisnetten voor spoor en weg onvoldoende rekening met de nog niet ingevulde bestemmingsplancapaciteit (afgekort als NIBC) in de Eemshaven en het chemiepark Delfzijl.

Op verzoek van het team Veilig Transport van het Directoraat-Generaal Mobiliteit (DGMo) heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) een second opinion uitgevoerd op deze studie  van de Provincie Groningen. In de second opinion heeft het KiM een beknopte analyse gemaakt van de plausibiliteit van de gehanteerde aannames en de toegepaste prognosemethodiek bij het bepalen van de toekomstige vervoerstromen van gevaarlijke stoffen over de weg en per spoor in relatie met Delfzijl en Eemshaven. De door de Provincie Groningen toegepaste methodiek ter bepaling van de omvang en samenstelling van het toekomstig vervoer van gevaarlijke stoffen wijkt duidelijk af van de methodiek die gebruikt wordt in het overheidsproject Basisnet. Volgens het KiM leidt de prognosemethodiek van de Provincie Groningen tot een overschatting van vervoerstromen van gevaarlijke stoffen en daardoor tot minder efficiënte beleidskeuzes in het Basisnet.