Verkenning maatschappelijk belang Nederlandse zeehavens

De Nederlandse zeehavens zijn een belangrijk knooppunt voor de internationale aan- en afvoer van goederen in Nederland en ons omringende landen. Ze spelen een grote rol in de efficiënte afhandeling van goederenstromen en dragen daarmee bij aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven in Nederland. Maar de verschillende activiteiten in zeehavens gaan ook gepaard met negatieve effecten op de leefomgeving. Dat is weer minder goed voor de welvaart.

Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) beschrijft in de 'Verkenning maatschappelijk belang Nederlandse zeehavens' de mogelijkheden om een evenwichtig beeld van het maatschappelijk belang van de Nederlandse zeehavens te schetsen. Deze inzichten kunnen gebruikt worden bij de beleidsontwikkeling, bijvoorbeeld bij de Havennota 2020-2030.

De belangrijkste bevindingen van de verkenning zijn:

  • Nederlandse zeehavens dragen in 2017 direct 28 miljard euro bij aan de economie, 4% van het totaal in Nederland met een licht stijgende trend. De milieukosten van de emissies naar lucht in de zeehavens bedragen in 2017 9 miljard euro, 27% van het totaal in Nederland met een duidelijk dalende trend.
  • De directe economische betekenis van de Nederlandse zeehavens is toegenomen van 21,7 miljard euro in 2002 tot 27,9 miljard euro in 2017. De indirecte economische betekenis door de relatie met de toeleveranciers is circa 50% hoger dan de directe economische betekenis. De indirecte betekenis kan niet volledig bij de directe betekenis worden opgeteld vanwege dubbeltellingen.
  • Efficiënte zeehavens dragen bij aan een goed vestigingsklimaat voor bedrijven in Nederland. De Erasmus Universiteit heeft het belang van de Rotterdamse haven voor het Nederlandse vestigingsklimaat (het zogenoemde 'Rotterdam effect') berekend op basis van het voorwaarts indirect belang van de wederuitvoer. De aannames voor deze berekening zijn arbitrair. Optelling van dit voorwaartse indirecte effect bij de directe en indirecte achterwaartse effecten leidt tot dubbeltelling.   
  • De effecten die de zeehavens hebben op de leefomgeving worden nog niet op nationaal niveau bijgehouden. De verkenning geeft geen volledige schatting van de effecten op de leefomgeving. Binnen de reikwijdte van deze verkenning is het maximum van de emissies naar lucht in de zeehavens geschat. Omgevingseffecten van zeehavens die niet in kaart gebracht zijn betreffen bijvoorbeeld emissies naar water en bodem, geur- en geluidshinder, horizonvervuiling, verkeersongevallen, congestie en ruimtegebruik.
  • De milieukosten van de emissies naar lucht in de zeehavens bedragen in 2017 9 miljard euro, met een bandbreedte van 3,7 tot 13,8 miljard euro. Dit is 27% van het totaal aan milieukosten door emissies naar lucht in Nederland. Deze milieukosten in de zeehavens zijn tussen 2000 en 2017 gedaald  met 18%. De fysieke CO2-emissies zijn tussen 2000 en 2017 toegenomen met 30% en vervolgens in 2018 en 2019 gedaald.  
  • De toekomstverwachtingen voor de havenoverslag en in mindere mate voor de haven als vestigingsplaats zijn onzeker. De energietransitie zal de overslag en de bijdrage van de zeehavens aan de economie als transportknooppunt en ook als vestigingsplaats sterk beïnvloeden. Onduidelijk is of de energietransitie leidt tot een toe- of afname van de overslag of het economisch belang van de zeehavens. Door afspraken over het terugdringen van de emissies van broeikasgassen en de emissies van schadelijke stoffen is in recente jaren de bijdrage van de zeehavens aan emissies gedaald. De verwachting is dat deze daling doorzet en dat de emissies in de zeehavens verder zullen dalen.

De gegevensverzameling en het onderzoek zijn eind 2019 afgesloten voordat de coronacrisis uitbrak in Nederland. Deze heeft op korte termijn een negatieve invloed op de overslag en productie in de zeehavens. Op dit moment is nog niet te zeggen wat de gevolgen op langere termijn zullen zijn en of door deze crisis het maatschappelijk belang van de Nederlandse zeehavens structureel zal veranderen.