Ruim 5.600 privéauto's in Nederland actief gedeeld via online platform

Uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) blijkt dat in Nederland zo’n 7.000 peer-to-peer (P2P)-deelauto's te huur zijn. Bij deze vorm van autodelen verhuren particulieren hun auto via een online platform. In 2022 werden 5.615 van de 7.000 P2P-deelauto's minstens 1 keer verhuurd. Daarnaast staan er nog enkele tienduizenden auto's geregistreerd als P2P-deelauto, maar deze waren in 2022 niet (meer) beschikbaar voor huurders. Van de actief gebruikte P2P-deelauto's wordt 18% minstens 1 keer per 2 weken verhuurd en 50% minstens 1 keer per 2 maanden. 

Van de P2P-voertuigen is 12,9% bestelwagen, en iets meer dan 10% is keyless (zonder sleutel te openen). Beide voertuigtypen worden vaak verhuurd in vergelijking met de rest van de P2P-autovloot, zo staat in de onderzoekspublicatie. Het aandeel elektrische en hybride voertuigen ligt met 8,7% in lijn met het aandeel dat dit voertuigtype heeft in de totale Nederlandse autovloot. Gemiddeld zijn P2P-deelauto's iets ouder dan de gemiddelde auto in Nederland.

P2P tegenover B2C

P2P-huurders zijn gemiddeld vaker theoretisch opgeleid, wonen stedelijker en hebben minder vaak een laag inkomen dan de gemiddelde Nederlander. Daarin lijken ze op gebruikers van het grootste deelconcept in Nederland, Business-to-Consumer (B2C) autodelen, waarbij een particulier een auto huurt van een deelautobedrijf. Bijna de helft van alle P2P-huurders (47%) is tussen 26 en 35 jaar oud en minder dan 5% is 60 jaar of ouder. 53% van de P2P-huurders woont in de 4 grote steden (G4), tegenover 14% van de Nederlandse bevolking. 

Duurzaam en kostenbesparend

In vergelijking met B2C-huurders gebruiken P2P-huurders de deelauto minder vaak. Twee derde van de klanten gebruikt de deelauto 1 keer per jaar, en slechts 1% gebruikt de deelauto maandelijks. Bij twee derde van de boekingen gaat het om autohuur voor een dag, terwijl 10% van de boekingen een huurperiode van een halve week of meer betreft. P2P-huurders en B2C-huurders verschillen nauwelijks in hun motivaties om te gaan autodelen. Ze doen dit vooral vanuit duurzaamheidsargumenten, gevolgd door kostenbesparing. Sociale motieven spelen nauwelijks een rol, zoals de buren leren kennen of iets doen voor de buurt.

Beginnen P2P-huurders met autodelen, dan doet een deel van hen een eigen auto weg. Hun autobezit daalt met gemiddeld 30%. Bij B2C-huurders is deze terugloop gemiddeld 61%. Het grootste deel van die terugloop vindt plaats in het eerste jaar.

Gericht doelgroepen aanspreken

De mate waarin mensen hun autobezit en vervoerwijze veranderen wanneer ze beginnen met autodelen, verschilt per doelgroep. Dit kan aanleiding geven om deze groepen gericht aan te spreken. Daarbij kunnen de persoonskenmerken (zoals inkomen of het hebben van kinderen) helpen. Omdat de doelgroepen niet verschillen in hun motivaties om te gaan autodelen, liggen gerichte boodschappen op dit punt minder voor de hand. Onlangs startte het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de campagne 'Delen maakt je wereld mooier'.

Maatschappelijke relevantie

Wanneer mensen minder auto's nodig hebben om hun bestemmingen te bereiken, spaart dat parkeerruimte uit en hoeven er waarschijnlijk ook minder auto's geproduceerd te worden. Hierdoor worden emissies en grondstofgebruik van autoproductie verminderd. Ook biedt de deelauto een reisoptie aan mensen die geen auto willen of kunnen bezitten. Het onderzoek van het KiM is een momentopname van de doelgroepen die deelauto's gebruiken, en de effecten van hun gebruik. Hier kunnen in de toekomst veranderingen in optreden. De onderzoekers vinden het van belang dit te blijven monitoren.