Lekker weertje, meneertje!

Weblog

Op 1 maart is de meteorologische lente begonnen. De lente is wellicht iets waar we met zijn allen in Nederland naar uitkijken na maanden van wind, regen, en korte dagen. Op het werk bij de lift of bij de koffieautomaat ging het praatje de laatste tijd dan ook vaak over het (onaantrekkelijke) weer. Meestal was de sombere conclusie dat het in Nederland ‘altijd’ regent. Maar is dat wel zo? Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft literatuuronderzoek gedaan naar de invloed van regen en andere weersomstandigheden op de personenmobiliteit. Het weer beïnvloedt welk vervoermiddel we kiezen, maar hoe zit dat precies? Speelt het reismotief nog een rol en zijn er verschillen tussen stad en platteland?

Vergroot afbeelding Fietsen in de regen
Beeld: ©Nationale Beeldbank

Het weer verandert, nou en?

Kennis over de invloed van het weer op de personenmobiliteit is relevant voor beleid. Door klimaatverandering zullen weerpatronen veranderen en weersextremen vaker voorkomen. Dit kan gevolgen hebben voor het gebruik van het mobiliteitssysteem. Zo kan op bepaalde plekken (extra) druk op de capaciteit ontstaan en op andere plekken juist onderbenutting van het wegennet. Ook is kennis over de invloed van het weer op mobiliteit relevant omdat het gebruik van de actieve vervoerwijzen, lopen en fietsen, steeds meer wordt gestimuleerd. Misschien kunnen er maatregelen worden genomen om de fietser en de wandelaar te beschermen tegen slecht weer, waarmee het gebruik van de actieve vervoerwijzen op peil kan worden gehouden of vergroot.

Regen en wind? Lekker met de auto

Uit ons literatuuronderzoek blijkt dat fietsers de meest weergevoelige reizigers zijn. Het verschil in aantal fietsverplaatsingen per dag tussen dagen met zomerse temperaturen en dagen dat het vriest is ongeveer 30%.

Regen en wind hebben een negatief effect op de keuze voor, en het gebruik van de fiets (het aantal verplaatsingen en de afgelegde afstand per dag). Over het effect van deze weersverschijnselen op lopen is de literatuur minder eensluidend. Regelmatig wordt een negatief effect gevonden van regen en wind op lopen maar evenzo vaak ook geen effect. Daarnaast vergroten wind en regen de kans op de keuze voor de auto. Voor het effect van regen en wind op de keuze voor en gebruik van het openbaar vervoer (bus, tram, metro en trein) vonden we verschillende resultaten. Soms positief, maar vaak vinden onderzoekers ook geen effect. Het effect van een aangename temperatuur en zonneschijn is tegengesteld aan dat van wind en regen: positief voor fietsen, negatief voor de auto, en gemengd voor het OV en lopen.

Het effect van het weer op de keuze en gebruik van de fiets en de auto is dus meer eenduidig dan het effect van weer op OV en lopen. De meeste uitwisseling tussen de vervoerwijzen zit tussen de fiets en auto.

Het reismotief

Het effect van het weer op onze mobiliteit is afhankelijk van ons reismotief. Wanneer we ons voor een vrijetijdsbesteding verplaatsen houden we eerder rekening met het weer dan bij een woon-werk- of woon-onderwijs-verplaatsing. Vrijetijdsverplaatsingen vinden we nu eenmaal minder noodzakelijk. Bij slecht weer passen we de vertrektijd, de route of de bestemming makkelijker aan of gaan we helemaal niet meer op pad. Bij een woon-werk-verplaatsing is dat minder aan de orde. Een dagje niet verschijnen op het werk is voor veel mensen geen optie.

Vergroot afbeelding Fietsen in de regen
Beeld: ©Nationale Beeldbank

'Diepe kloven' houden de stad iets warmer

Ook tussen stad en platteland zijn er verschillen. Het effect van regen, zonneschijn, en een verandering van de temperatuur op fietsen is sterker in landelijke gebieden dan in de stad. Hiervoor worden enkele mogelijke oorzaken genoemd in de literatuur. Als het om regen gaat biedt de stad meer beschutting aan fietsers (en mensen die lopen) dan het platteland. Een andere mogelijke verklaring is dat in steden door een gebrek aan verdamping en de aanwezigheid van smalle doorgangen tussen gevels van hoge gebouwen (urban canyons) het negatieve effect van lage temperaturen op fietsen zwakker dan in het buitengebied. En doordat de gemiddelde fietsafstand van verplaatsingen in stedelijke centra korter is, is de reiziger daar korter blootgesteld aan onplezierige temperaturen en regen. Een ander gevolg van de ‘urban canyons’ is dat de wind op die plekken onstuimig kan zijn. De literatuur noemt dit als mogelijke reden voor het sterke negatieve effect van wind op het gebruik van de fiets in de centrale stad.

Fluitend op de fiets

Weersomstandigheden hebben dus effect op de personenmobiliteit. Onderzoekers noemen verschillende maatregelen waarmee de actieve reiziger beschermd kan worden, zoals schermen of overkappingen op veel gebruikte fietsroutes. De fietsers klinkt dit waarschijnlijk als muziek in de oren. Het zou immers prachtig zijn wanneer je als fietser goed beschermd bent tegen de elementen. Vooralsnog zijn dergelijke maatregelen niet genomen. De fietser die een paar keer per jaar door de regen ploetert en met een nat pak op zijn werk komt, zal zich moeten troosten met de gedachte dat het volgens het KNMI 'slechts' 8% van de tijd regent in Nederland. Hij kan maar beter denken aan al die dagen dat hij droog aankomt en heeft kunnen genieten van mooi weer. Dat levert in de lift en bij de koffieautomaat ook leukere gesprekken op: 'Lekker weertje, meneertje!'