Waar de ov-reiziger is? Die zit vaker thuis

Weblog

In de herfst van 2019 was het nog zo normaal: elke ochtend ging ik rond 07.00 uur op de fiets naar het station, en dan met de trein naar kantoor. Behalve op vrijdag, dat was een thuiswerkdag. Slecht weer hield me niet tegen. En het was dat jaar een natte herfst, met ongeveer 17% meer neerslag dan het langjarige gemiddelde. Meer dan eens zat ik dan ook met een natte broek in de trein. Maar sinds de COVID-pandemie werk ik steeds vaker thuis. 's Ochtends naar kantoor gaan is geen automatisme meer. Dat geldt voor meer forensen, vooral als ze met het ov naar hun werk reizen. Het resultaat is dat het ov-gebruik zich sinds het einde van de coronamaatregelen minder hersteld heeft dan andere vervoerwijzen.

Meer thuiswerken, minder fysiek vergaderen

Ik heb het thuiswerken dus omarmd. Ruim de helft van mijn werktijd werk ik thuis. Daarmee zit ik wel boven het gemiddelde, want de ov-forens werkt gemiddeld ruim een derde (36%) van zijn werktijd thuis. Dat is meer dan de autoforens, die minder dan een kwart (23%) van zijn werktijd thuiswerkt. Dat ov-forensen meer thuiswerken dan autoforensen heeft onder andere te maken met het type werk dat ze doen. Onder ov-forensen bevinden zich namelijk relatief veel hoogopgeleiden met een kantoorbaan. Veel kantoorwerk leent zich uitstekend om vanuit huis te doen.

Daarnaast heb ik, samen met veel andere werkenden, ontdekt dat veel overleggen prima digitaal of hybride kunnen. Hoewel elkaar fysiek ontmoeten op z’n tijd nog steeds wordt gewaardeerd, denk ik tegenwoordig kritischer na of een fysieke ontmoeting met bijbehorende reistijd noodzakelijk is. Ook op dit gebied steekt de ov-forens met kop en schouders uit boven andere forensen. Eind 2022 maakten ov-forensen ruim de helft minder zakelijke reizen dan eind 2019 terwijl die daling voor alle werkenden samen ‘slechts’ ongeveer een vijfde betreft.

Dit meer thuiswerken en minder fysiek vergaderen zien we terug in het totale ov-gebruik, dat sinds de COVID-pandemie fors is gedaald. Sinds alle coronamaatregelen zijn opgeheven, eind maart 2022, herstelt het gebruik zich wel enigszins, maar het herstel is minder dan dat van andere vervoerwijzen. We kunnen dat deels verklaren doordat het (mobiliteits)gedrag van ov-gebruikers sterker is veranderd dan van andere reizigers, zo blijkt uit onderzoek van het KiM.  

Ook in vrije tijd blijven we iets vaker thuis

Niet alleen de werkende Nederlander deelt zijn dagen anders in. In het najaar van 2022 ondernamen Nederlanders gemiddeld iets minder (6%) vrijetijdactiviteiten, zoals winkelen of een dagje weg, dan in dezelfde periode in 2019. Onder Nederlanders die bij voorkeur per ov naar vrijetijdactiviteiten reizen is de afname in aantal activiteiten sterker. Diegenen die een voorkeur voor de trein hadden, ondernamen een tiende minder activiteiten, terwijl de Nederlanders met voorkeur voor bus, tram en metro zelfs bijna een kwart minder activiteiten ondernamen. 

Voor de reizen die we nog wel maken is het ov minder in trek

Naast dat de ov-reiziger dus minder vaak de deur uit gaat, blijkt ook dat Nederlanders sowieso minder vaak voor het ov kiezen voor verschillende activiteiten. Sinds de pandemie kiest een deel van de werkenden een andere vervoerwijze om mee naar werk te reizen. Waar het aandeel van de autobestuurder bijna gelijk is gebleven, is het aandeel van het ov relatief sterk gedaald. Er zijn dus relatief gezien minder werkenden die ervoor kiezen om met het ov naar werk te reizen. De fiets is, door de toenemende populariteit van de e-fiets, de grote winnaar met een toegenomen aandeel. 

Ook voor vrijetijdactiviteiten geven minder Nederlanders de voorkeur aan het ov. Van de Nederlanders die vóór de pandemie de voorkeur gaven aan het ov om naar verschillende vrijetijdactiviteiten te reizen, heeft een groot deel deze voorkeur in 2021 niet meer. Slechts een klein deel van de Nederlanders heeft in die periode een voorkeur voor het ov ontwikkeld. Kleine kanttekening daarbij is dat we niet weten of dit na 2021 is veranderd. Het is dus mogelijk dat de voorkeur om voor vrijetijd met het ov te reizen sinds het afschaffen van alle coronamaatregelen weer is toegenomen. 

Is dit het nieuwe normaal?

Sinds eind maart 2022 worden Nederlanders niet meer beperkt in de dagelijkse activiteiten door coronamaatregelen. Het is daarmee aannemelijk dat de gedragsveranderingen grotendeels structureel van aard zijn. Dat hoeft echter niet te betekenen dat het ov-gebruik in de toekomst niet meer kan toenemen. Ook andere factoren spelen een rol, zoals de bevolkingsontwikkeling of ontwikkelingen in het aanbod van ov. 


Het lijkt in ieder geval lastig om voormalige ov-reizigers weer massaal het ov in te krijgen. Veel Nederlanders hebben inmiddels nieuw gewoontegedrag. Er is een nieuwe balans gevonden die naar verwachting niet zomaar weer wordt aangepast. Dat geldt ook voor mij. Het is inmiddels herfst 2023. Na een uitzonderlijk warm begin van dit jaargetijde, is het sinds half oktober kletsnat in Nederland. In heel oktober kwam er ruim twee keer zoveel neerslag uit de lucht vallen als gemiddeld. Morgen gaat het weer de hele dag regenen. Voor mij geen natte broek meer, ik werk wel een dagje extra thuis en doe mijn overleggen digitaal.