Alleenstaande inwoners van Nederland gebruiken vaker het openbaar vervoer en minder vaak de auto dan niet-alleenstaanden. Het hebben van een auto en rijbewijs speelt hierbij een belangrijke rol. Bij alleenstaanden is de kans op een auto in het huishouden namelijk veel kleiner. Zij reizen mede daardoor ook minder snel en bovendien zijn zij (iets) minder positief over de bereikbaarheid van bepaalde voorzieningen. Alleenstaanden wonen doorgaans wel dichter bij die voorzieningen doordat zij meer de stedelijke woonomgevingen opzoeken. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) vergelijkt in de publicatie 'Reizen als alleenstaande' het reisgedrag en de reismogelijkheden van alleenstaande en niet-alleenstaande inwoners van Nederland.