Flexvervoer: kansrijk alternatief of verschraling van het ov?

In delen van Nederland waar geen of slechts op bepaalde tijdstippen lijnbussen rijden, kan flexvervoer een alternatief bieden. Vervangt dit flexvervoer een reguliere bus, dan ziet een deel van de reizigers dit als een verschraling van het ov-aanbod, met gevolgen voor het dagelijks leven. Bij de ontwikkeling van flexvervoer is daarom meer aandacht nodig voor de reiziger.

Dit schrijven onderzoekers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de publicatie 'Flexibel vervoer, hardnekkige uitdagingen?'.

Flexvervoer is een publiek vervoerssysteem zonder vaste dienstregeling waarbij de reiziger een rit reserveert in een busje of auto met chauffeur. Door meer vertrekmogelijkheden en ruimere diensttijden kunnen reizigers met flexvervoer in theorie meer plekken beter bereiken dan met een reguliere bus. Flexvervoer wordt vanuit die gedachte vaak ingezet, en daarnaast als vervoermogelijkheid op plekken waar nu (al) geen ov (meer) is. Toch blijkt dat het aantal reizigers vaak fors afneemt, wanneer flexvervoer de reguliere bus vervangt. Daarmee is het de vraag in hoeverre de bereikbaarheid daadwerkelijk verbetert.

Flexvervoer voor sommigen een uitkomst, voor anderen juist niet

Uit het KiM-onderzoek blijkt dat gebruikers van flexvervoer over het algemeen tevreden zijn. Het is voor hen vaak de enige mogelijkheid om een bestemming te bereiken. Er is ook een groep mensen voor wie flexvervoer geen uitkomst biedt. Zij hebben de overstap niet gemaakt toen de reguliere bus werd vervangen. Of ze zijn gestopt met het reizen met flexvervoer. Deze reizigers vinden het moeten reserveren een van de belangrijkste barrières bij het reizen met flexvervoer. Ook de tijd tussen het reserveren en het reizen en de onzekerheid of bijvoorbeeld het busje wel komt, weerhoudt hen ervan om flexvervoer te gebruiken. Zij vinden dat ze door flexvervoer minder goed kunnen deelnemen aan de maatschappij.

In de ontwikkeling van flexvervoer is het belangrijk om meer aandacht te hebben voor de reiziger. Zo kan worden voorkomen dat reizigers die geen of weinig alternatieven hebben buiten de boot vallen. Het is daarbij ook belangrijk om duidelijke doelen te stellen voor een flexsysteem, bijvoorbeeld op het gebied van bereikbaarheid. Door goed in de gaten te houden of die doelen worden gehaald, kun je zien of flexvervoer echt werkt.

Flexvervoer als schakel tussen andere vervoerswijzen?

Door de ontwikkeling naar meer flexvervoer en de druk op hun budgetten denken veel (overheids)organisaties die het ov regionaal regelen actiever na over de opzet van een systeem dat zowel flex- als doelgroepenvervoer verzorgt. Deze 2 vervoersvormen vertonen immers gelijkenissen. Maar met de huidige flexsystemen lijken de mogelijkheden voor samenvoeging (vooralsnog) beperkt.

Ook op nationaal niveau wordt in de discussie over publieke mobiliteit nagedacht over flexvervoer. Publieke mobiliteit is het samenbrengen van alle door de overheid gefinancierde vervoersvormen tot één duidelijk mobiliteitsaanbod voor reizigers.